Alle maatregelen

Laat je inspireren door de maatregelen om Vlaanderen groen en blauw in te richten. Ga op een slimmere manier om met water.

Filters

Filter op

wis filters

Thema

Waar

Bovengrondse ruimte

Infiltratiecapaciteit

Grondwaterstand

Maaiveld

Situatie

Favorieten
Favorieten

Klik op het hartje bij een maatregel om 'm te bewaren.

Wadi’s

© Aquafin
© Atelier Groenblauw, Amar Sjauw En Wa - Windhorst

Een wadi (Water Afvoer Drainage Infiltratie) is een met grind en zand gevulde kom of bekken dat zowel water kan vasthouden als laten infiltreren. Door een wadi mag je lopen, maar hij mag niet zwaar belast worden. Je kunt er bijvoorbeeld niet met een auto over rijden want dan wordt de bodem gecompacteerd en ondoorlatend. Doordat wadi’s beplant zijn, passen ze goed in groengebieden en groenstroken.

Een combinatie van een infiltratiekom met een ondergronds filterbed wordt een wadi genoemd. Bij een wadisysteem stroomt het water van de daken en de wegen niet in de riolering maar via bovengrondse goten en/of grachten of over de berm in de wadi. Wadi’s kunnen deel uitmaken van de groene infrastructuur van een stad en bijdragen tot meer biodiversiteit.

Aanleg

Een wadi is een beplante verlaging met een doorlatende bodem. De bovenlaag bestaat uit beplante verbeterde grond. Als de ondergrond onvoldoende doorlatend is en het grondwater diep genoeg zit, kan er onder de infiltratiekom een filterbedmateriaal  worden aangebracht. Dit filterbed dient dan om een minder doorlatende laag te doorbreken of om extra berging te voorzien. Het filterbed bestaat uit een in geotextiel ingepakte koffer die gevuld kan zijn met grind, lavasteen of gebakken kleikorrels. Deze materialen hebben veel tussenruimte waarin het regenwater gestockeerd kan worden. Om dichtslibben en doorworteling te voorkomen is de koffer in geotextiel ingepakt.

Onder in de koffer bevindt zich soms een infiltratie/drainbuis. Om overstroming van de wadi tijdens zware regenval te voorkomen, kan de wadi voorzien worden van kolken of overlooproosters. Dat zijn overloopvoorzieningen die direct op de infiltratie/drainbuis zijn aangesloten. Een regenbui infiltreert via de gracht en de koffer in de bodem. Als het water boven het niveau van de overloop stijgt, stroomt het water via de overloop naar de drainbuis om het ondergrondse buffervolume eenvoudiger te vullen. Een externe overloop naar de RWA riool, een gracht of beek zorgt voor een veilige noodoverloop als bescherming tegen wateroverlast.

Ontwerp

Bij een bovengrondse infiltratievoorziening mag, wanneer de komdiepte beperkt is tot 50 cm, steeds de volledige oppervlakte van de infiltratiekom of het infiltratieveld worden ingerekend.

Indien de bodem dieper ligt dan 50 cm, kan de bodem worden meegeteld op voorwaarde dat de infiltratievoorziening bij een volledige vulling binnen de 72 uur wordt geledigd en er een onderhoudsprogramma wordt uitgevoerd waardoor de doorlatendheid van de bodem wordt behouden. Ook moet de hoogste gemiddelde grondwaterstand zich onder de bodem bevinden. Zo niet worden alleen de wanden in rekening gebracht.

Als de drainbuis en de kolk beide gevuld zijn, functioneert de wadi als een bovengrondse afvoer en wordt het water naar het oppervlaktewater of de riolering afgevoerd.

Wadi’s zijn over het algemeen zo gedimensioneerd dat een heftigere regenbui infiltreert binnen de 24 uur. Hoe dikwijls de wadi overloop naar het externe stelsel zal afhangen van de dimensionering. We pleiten voor maximaal 2 maal per jaar overstorting. Indien de wadi volgens berekeningen (bijvoorbeeld Sirio) vaker overloopt, wordt aangeraden om  het bergingsvolume en/of de infiltratieoppervlakte van de wadi te vergroten of om extra maatregelen  toe te passen om het water te infiltreren.

Of een wadisysteem verplicht een overloop nodig heeft, is afhankelijk van lokale omstandigheden (het infiltratiepotentieel, de grondwaterstand, de ligging,…) en lokale regelgeving (provinciaal, gemeentelijk). Wanneer er een overloop wordt voorzien, sluit deze best aan richting een regenwaterstelsel. Als dat niet beschikbaar is, dan naar de riolering.

De infiltratie/drainbuis in de koffer werkt in de winter bij hoge grondwaterstanden ook als drainage.

Om gebruik te kunnen maken van de drainfunctie en om de grondwaterstanden te kunnen reguleren, kan het wadisysteem uitgebreid worden met inspectieputten van waaruit het drainwater afgevoerd kan worden.

Het wadisysteem is geschikt voor gebieden met doorlatende grondsoorten en hogere grondwaterstanden. Op plaatsen met permanent hoge grondwaterstanden (< 50cm onder maaiveld) heeft een wadi weinig nut aangezien het ondergrondse buffervolume steeds gevuld zal zijn met grondwater.

In erg hellende gebieden kunnen wadi’s enkel toegepast worden op vlakke stukken binnen het project of dwars op de helling. Gezien de ondiepe bodem, kan er weinig water geborgen worden bij grote helling.

De doorlatendheid en de grondopbouw verschillen sterk per locatie en zelfs op een locatie is er een grote variatie. Vooraleer te kiezen voor een wadisysteem als regenwaterafvoer moet er duidelijkheid zijn over de bodemopbouw en de grondwaterstanden.

Bij toepassing van een wadisysteem is bovengrondse noodafvoer praktisch in vrijwel alle situaties noodzakelijk om veiligheid op vlak van overstromingen te garanderen.

Een ondergronds afvoersysteem voor hemelwater (RWA rioleringen) ligt te diep om een goede aansluiting op het wadisysteem te kunnen maken, behalve als de grondwaterstand erg laag is en er voldoende helling aanwezig is. Aansluiting via open systemen zoals grachten of goten is  steeds aan te raden.

De maximale grondwaterstand voor de aanleg van een wadisysteem is een gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) van -50 cm, maar bij voorkeur is er een grondwaterstand van 80cm onder het maaiveld (zie doorsnede). In geval van continue hogere grondwaterstanden zal het ondergrondse pakket (grind, lavastenen,…)  gevuld zijn met grondwater en verliest het zijn toegevoegde waarden. Bij grote variatie in grondwaterstanden (zomer -winter)  moet het effect van de wadi berekend worden en kan op basis daarvan een kostenbaten analyse gemaakt worden.

atelier GROENBLAUW

De voor de aanleg van een wadisysteem benodigde oppervlak is minimaal 400m²/ha  aangesloten verharde oppervlak volgens de code van goede praktijk. Als volume wordt de richtwaarde 250m³/ha verharde oppervlakte gehanteerd. Maar dit hangt sterk af van de doorlatendheid van de grond.

Voor de dimensionering wordt verwezen naar de code van goede praktijk.

De aanleg van een wadi vereist slechts een zeer lichte helling. Als een terrein te veel helt, kunnen verschillende wadi op verschillende hoogtes achter elkaar worden aangelegd. Het wadisysteem kan gecombineerd worden met groenvoorzieningen in de wijk. Hierdoor nemen wadi’s en groenvoorzieningen samen niet meer ruimte in beslag dan de gebruikelijke groenvoorziening in een wijk.

Natuurvriendelijke wadi

Door wadi’s met een meer aangepaste vegetatie te beplanten, kunnen ze een grotere rol spelen bij het bevorderen van de biodiversiteit in de stad en ogen ze diverser en aantrekkelijker.

Meer natuurlijk vormgegeven wadi’s kunnen een rol spelen als ecologische verbindingszone in de wijk en in de stad. Hierbij is vooral van belang dat de vegetatie hoog opgaand is om dekking te bieden voor zich verplaatsende kleine zoogdieren, amfibieën en insecten zoals dagvlinders en sprinkhanen. Een bewust vormgegeven en aaneengesloten groenblauwe dooradering van de stad is van grote betekenis voor de stedelijke biodiversiteit en beleving.

In tegenstelling tot wat nu gebruikelijk is, zou in wadi’s meer gebruik gemaakt kunnen worden van planten die gewend zijn aan wisselende waterstanden en die van nature in beekdalen en aan oevers voorkomen. Tegenwoordig wordt voornamelijk gekozen voor robuuste grasmengsels die goed bestand zijn tegen betreding en langere periodes van droogte. Het grasmengsel kan dan weer minder goed tegen langere periodes van nattigheid. Een meer gevarieerde aanplanting, met gras om op te spelen en met hogere beplanting voor de diversiteit van flora en fauna, zal de wadi’s nog aantrekkelijker maken. Wadi’s vervullen dan meer functies dan alleen waterbeheer. Een meer diverse beplanting zorgt voor een beter doorwortelde bodem die op lange termijn beter doorlatend blijft. Wel wordt de opslagcapaciteit ongeveer 1% kleiner door het toegenomen plantenvolume. Maar dit is verwaarloosbaar ten opzichte van de betere doorlaatbaarheid dankzij de doorworteling.

Beheer van een wadi

Een met grasmengsel ingezaaide wadi zal minimaal eens in de twee weken gemaaid moeten worden.

Een meer natuurlijke wadi vraagt minder regulier onderhoud maar meer aandacht met betrekking tot zwerfvuil.

Een wadi beplant met vaste planten moet een aantal keer per groeiseizoen gewied worden. De frequentie zal afnemen naarmate de beplanting beter volgroeid is. Een goede beplantingskeuze is hierin doorslaggevend.

Bij een extensief grasland volstaan 2 maaibeurten per jaar met afvoer van het maaisel.
Met het strooibeleid moet rekening gehouden worden met het wadistelsel. De beplanting kan schade ondervinden van te hoge zoutconcentraties in het afstromende regenwater.
Over het jaar gezien is de met gras ingezaaide wadi met betrekking tot het maaien vier keer zo duur als de meer natuurlijke wadi.

Enkel in geval van grote opstapeling van biomassa en sedimenten of vervuiling (zoals zware metalen,…) van de wadi is het aangewezen deze te ruimen. Dit moet met de nodige voorzichtigheid gebeuren om het pakket met geotextiel onder de teelaarde niet te beschadigen.

Positieve effecten

Wateropgave

Wadi’s zijn een uitstekend middel om het stedelijke watersysteem te verbeteren. Een goed ontworpen wadisysteem buffert en infiltreert regenwater. Hierdoor worden overstorten geminimaliseerd, de oppervlaktewaterkwaliteit verbeterd en verdroging beperkt. In tijden van grondwateroverlast kunnen wadi’s als een drainagesysteem functioneren.

Hittestress

Een wijk met een wadisysteem beschikt over een groenblauwe dooradering die kan helpen om hittestress te voorkomen. Door een bewuste aanplanting langs de wadi’s kan het effect hiervan opgevoerd worden.

Luchtkwaliteit

Wateroppervlakken en vegetatievlakken hebben een beperkte positieve werking op de luchtkwaliteit en met name fijnstofbinding.

Participatie

Bij het toepassen van een wadisysteem in de woonomgeving moeten de bewoners vooraf en blijvend geïnformeerd worden. Uit ervaring blijkt dat een goede voorlichting voor een groter draagvlak en een bewuster gebruik van schoonmaakmiddelen en ander milieuverontreinigende stoffen zorgt. In nieuwbouw en herstructureringssituaties zullen burgers betrokken moeten worden bij de planning en aanleg van het wadisysteem. Het wadisysteem zelf wordt bij voorkeur in de publieke ruimte aangelegd. Over de vormgeving, de aansluitingen van particulier naar publiek domein en het onderhoud van het particulier domein moeten afspraken met de bewoners gemaakt worden. Het beheer door particulieren of het beheer op het domein van particulieren ligt gevoelig.

Belevingswaarde

Over het algemeen worden groen en water door bewoners als positief ervaren. Dit geldt ook voor de wadisystemen. Wadi’s met een meer diverse beplanting worden nog positiever beoordeeld. Wadi’s met afwisselend gras en meer diverse beplanting kunnen als bloemrijke slingers door de wijk ervaren worden. Wadi’s moeten wel goed onderhouden worden omdat ze anders door zwerfvuil en hondenuitwerpselen snel kunnen vervuilen. Aan te raden is om speciale hondenweides te realiseren.

Kosten

Algemeen kan gesteld worden dat de aanleg van een regenwaterriool 50% duurder is vergeleken met een wadisysteem. In onderhoud is het wadisysteem 40% duurder. Een deel van de kosten voor het onderhoud van het wadisysteem, zoals het maaien, zou wel uit het groenonderhoud gefinancierd kunnen worden aangezien de wadi’s onderdeel van de groenvoorzieningen kunnen zijn.

 

Toegepast in deze projecten

×