Struiklaag
Een struiklaag is een laag met houtige planten die in of dicht bij de grond vertakken en geen duidelijke stam hebben maar eerder grondtakken. Een ander woord voor struik is heester. Deze kunnen in verschillende vormen voorkomen zoals:
- Solitaire of alleenstaande struik
- Lineaire struikbeplantingen
- In een geschoren haag zijn de planten op zeer korte afstand, in één of twee rijen geplant. Deze wordt minstens jaarlijks in een vorm geschoren.
- In een heg is een gemengde haag die extensiever wordt beheerd.
- In een houtkant zijn de planten in meer dan één rij geplant en deze bevat vaak zowel heester, bomen als klimplanten.
- Vlakvormige struikbeplantingen
- Een struweel is een met struiken begroeid oppervlak
- Een mantel is een struweel aan de rand van een bos.
- Een struikmassief of heesterborder is een vakbeplanting bestaand uit een dichte groep van struiken.

Effecten en voordelen
Voorkomen wateroverlast
Struiken vertragen de snelheid waarmee regenwater de grond bereikt, wat de directe stroom naar het grondoppervlak vertraagt. Ze verdampen water via hun bladeren en transpireren water uit de grond, waardoor de hoeveelheid water die afwateringssystemen bereikt vermindert.
Struiken verbeteren de structuur van de bodem, waardoor regenwater efficiënter de grond in kan sijpelen en het grondwater aangevuld kan worden. De wortels van struiken houden de grond vast en zorgen ervoor dat deze niet wegstroomt (tegengaan bodemerosie) en in de waterwegen terechtkomen.
Verdroging beperken
Net zoals bomen voorzien struiken schaduw, breken ze de wind en zorgen ze voor een hogere luchtvochtigheid, wat zorgt voor minder verdamping van bodemwater. De wortels van de struiken maken de bodem poreuzer, waardoor waterinfiltratie in de bodem verhoogd wordt en de watervoorraad in de bodem kan stijgen
Lijnvormige beplantingen kunnen een fysieke belemmering vormen voor afstromend water. Hierdoor kan meer (hemel)water infiltreren en wordt het grondwater aangevuld.
Beperken van hitte
Struiken zorgen voor verkoeling en kunnen geplant worden op plaatsen waar bomen niet mogelijk zijn.
Struiken zorgen voor schaduw, waardoor er minder zon op het (verharde) oppervlak terechtkomt. De warmte wordt zo geabsorbeerd door de bladeren en wordt afgegeven aan de omgeving via verdamping. Op deze manier bufferen struiken op een effectieve en natuurlijke manier temperatuurextremen.
Biodiversiteit versterken
Struiken en hagen zorgen voor nest- en schuilplaatsen voor vogels en insecten. Voldoende brede struiken en hagen met doorns, een dichte groei en/of wintergroen dragen hier extra toe bij.
Lineaire struikbeplantingen zoals heggen en houtkanten vormen doorgangspaden waardoor dieren en andere organismen zich kunnen verplaatsen in de bebouwde omgeving (corridors). Op plaatsen waar bomen staan, zorgen struiken voor extra gelaagdheid of structuur en een toename van het groenvolume, en dus de mogelijkheid tot meer biodiversiteit.
Gemengde hagen en houtkanten bestaan uit verschillende soorten. Inheemse soorten en een brede bloeiboog (= voedsel voor bestuivers het hele jaar door) zorgen voor een toename van de biodiversiteit.
Gezondheidsvoordelen
Struiken hebben een luchtzuiverend vermogen omdat ze fijnstof, onder andere afkomstig van het verkeer, opvangen en zuiveren. Ook kunnen volgroeide struiken omgevingsgeluiden bufferen, zones afbakenen en verschillende “ruimtes” creëren. Dit zorgt voor beschutting, minder prikkels en geborgenheid.
Het uitzicht op struiken (zichtgroen) verbetert de mentale gezondheid. Net zoals bij bomen kunnen struiken het stressniveau verlagen en het gezondheidsgevoel verhogen.
Aanleg
Zie ook Boomlaag – Aanleg
De plantperiode van bladverliezend plantgoed valt van half november tot en met februari.
Voor bladhoudend plantgoed is dit tussen september en oktober of tussen maart en half april. Het wordt afgeraden bladhoudend plantgoed aan te planten in de winter omdat deze in de winter meer vocht verliezen dan bladverliezend plantgoed.
Het wordt afgeraden te planten tijdens sneeuw, vorst, natte periodes en periodes met een temperatuur boven 15°C.
Bij de soortkeuze is het van belang rekening te houden met de standplaats en de eigenschappen van de struiken zodat het gewenste eindbeeld en beheer bereikt kan worden. Een gemengde struikbeplanting met verschillende soorten zorgt voor een langere bloeiboog en bevordering van de biodiversiteit. Ondergronds moet er ongeveer evenveel groeiruimte beschikbaar zijn als bovengronds.
Meer info:
Beheer
De eerste jaren na de aanplant van een haag wordt het startbeheer toegepast om de gewenste vorm te bereiken. Wanneer de haag pas is aangeplant kan ervoor gekozen worden een aantal scheuten of alle scheuten sterk te gaan insnoeien om extra vertakking te stimuleren. Eenmaal de haag dichtgegroeid en gesloten is, wordt het regulier beheer toegepast. Hagen worden dan best minimaal 1 maal per jaar geknipt of geschoren. Bij het snoeien wordt getracht een gesloten haag te behouden. Het scheren van een haag gebeurt best na het broedseizoen (half februari – half augustus) en pas nadat de struik is uitgebloeid.
Bij hakhoutbeheer worden de struiken en bomen in een houtkant periodiek tot 30 cm boven de grond afgezaagd. Dit kan enkel bij soorten met een goed regeneratievermogen zoals wilg, es, els, zomereik. Het is mogelijk om dit te combineren met ongesnoeide bomen en/of struiken. Hakhoutbeheer vindt plaats tussen november en maart. Dit dient de eerste keer ongeveer 7 jaar na de aanplant plaats te vinden, daarna wordt er om de 5 à 15 jaar beheerd. Het groenafval kan gebruikt worden in een takkenril of -hoop. Het is belangrijk om de houtkanten en heggen tot bloei te laten komen en de snoei hierop af te stemmen.
Kosten
De aankoopprijs van planten met blote wortel is kleiner dan de aankoopprijs van planten in kluit of in pot.
Beheerkosten zijn afhankelijk van de beheerfrequentie. Hoe minder frequent of extensiever het beheer, hoe goedkoper. Hakhoutbeheer zal hierdoor vaak goedkoper zijn dan het beheer van een haag. Ook een doordachte plantkeuze kan de beheerfrequentie verminderen en hierdoor de beheerkosten verminderen.
Meer info – algemeen:
Het Agentschap voor Natuur en Bos ontwikkelt een reeks technische vademecums ter ondersteuning van groenbeheerders. Deze vademecums kaderen allen in de beheervisie Harmonisch Park- en Groenbeheer.
Technisch vademecum: Heester
Toegepast in deze projecten