Seizoensberging en gecontroleerde overstromingsgebieden (GOG)
In de winter valt er meestal meer neerslag dan in de zomer. Daarnaast verdampt er in de zomer veel meer water. Hierdoor ontstaat er in de zomer op veel plaatsen een watertekort terwijl er in de winter vaak een overschot is. Door het wateroverschot van de winter lokaal op te slaan, wordt een buffer van schoon regenwater gecreëerd voor gebruik in de drogere zomerperiode.
Als gevolg van de klimaatverandering zal de behoefte aan water om tekorten aan te vullen in de zomer alleen maar toenemen. De verschillende klimaatmodellen tonen een beeld van nattere winters en drogere zomers. In alle modellen is er sprake van een toenemende verdroging in de zomer.
Op de meeste locaties heeft verdroging een nadelige invloed op de waterkwaliteit. De concentratie van vervuiling in het water wordt namelijk hoger door verdamping. In kustgebieden komt daar nog verzilting bij als gevolg van kwel en door inlaat van buitenwater. Verdroging en de daaruit volgende achteruitgang van de oppervlaktewaterkwaliteit hebben een grote impact op fauna en flora. Er is ook stilaan sprake van concurrentie om water tussen mens en natuur. Daarom moeten we vraag en aanbod beter op mekaar afstemmen.
Vormen van seizoensberging
Seizoensberging wordt voornamelijk uitgebouwd om de grote verschillen in waterpeilen tussen winter en zomer op te vangen. Het extra volume kan gevormd worden door meer ruimte voor oppervlaktewater te reserveren of door een grotere peilfluctuatie toe te staan en daarop te ontwerpen. Een grotere peilfluctuatie vraagt extra aandacht bij het oeverontwerp.
Er kan ook een specifieke ruimte voorzien worden om de seizoensberging uit te bouwen. Dit reservoir staat dan in de zomermaanden droog en wordt in de winter gevuld. Dimensioneren kan volgens de watertekorten in de zomer. In de praktijk zal meestal blijken dat het tekort van de zomer niet kan gedekt worden met de neerslaghoeveelheid die in de winter werd gebufferd.
Oevers en kaden rond de seizoensberging moeten zo ontworpen worden dat ze sterk fluctuerende waterpeilen aan kunnen. Dit kan bijvoorbeeld door de aanleg van een getrapte kade of de aanleg van groene oeverzones die beter zijn afgestemd op wisselende waterpeilen.
Seizoensberging door extra oppervlak
Door het vormen van een extra bergend oppervlak bij een gelijkblijvende peilfluctuatie ontstaat er extra bergingsvolume. Van een gebruikelijke peilfluctuatie van bijvoorbeeld 30 cm wordt dan een gedeelte voor piekberging voorzien en een gedeelte voor seizoensberging. Dit betekent dat het peil in de winter zal fluctueren tussen het middenpeil en het maximumpeil over het standaard- en het extra oppervlak.
In de (droge) zomer zal het peil fluctueren tussen het minimumpeil en het middenpeil over alleen het standaardoppervlak. Het voordeel van deze manier van seizoensbergen is dat de peilfluctuatie beperkt blijft. En dat is gunstig voor de oeverflora.
Seizoensberging door extra bergingshoogte
Als het bergend oppervlak wordt ontworpen voor een grotere peilfluctuatie, dan kan dit als seizoensberging dienen. Het voordeel van deze vorm van seizoensbergen ten opzichte van de bovenstaande is dat er geen extra oppervlak nodig is. De nodige hoogte kan echter op veel locaties niet zomaar gecreëerd worden door een beperkte droogtelegging (hoogte tussen de grondwaterstand en het peil van de straten en bebouwing).
Een grotere peilfluctuatie stelt eisen aan de vormgeving en beplanting van de oevers omdat ze blootstaan aan extremere omstandigheden. In de winter zal een groot deel van de oever namelijk vrijwel permanent onder water staan, terwijl dit gedeelte van de oever in de zomer vrijwel volledig droog zal staan. Er zijn niet veel planten die hiertegen bestand zijn.
Flexibel peilbeheer in de polder
Bij flexibel peilbeheer in polders wordt geanticipeerd op de te verwachten neerslag. Voor een bui wordt het waterpeil verlaagd, zodat er extra waterberging ontstaat. Wanneer de koppeling tussen meteorologische data en peilbeheer voldoende geoptimaliseerd is, is er in de poldergebieden minder behoefte aan de inlaat van gebiedsvreemd oppervlaktewater. Daarnaast zal er minder verzilting zijn doordat het waterpeil vrijwel altijd tot het maximum staat. Kwel treedt dan minder op. In Nederland wordt peilbeheer al vaak toegepast, in Vlaanderen is dat nog niet overal het geval.
Specifieke seizoensberging
De seizoensberging kan ook uitgevoerd worden als specifieke tijdelijke voorziening. In de winter of bij extreme neerslag wordt deze berging gevuld om tekorten in de zomermaanden aan te vullen. Deze berging staat in principe droog in de zomer en kan dan een andere functie krijgen. Een meervoudig ruimtegebruik stelt wel eisen aan het ontwerp en beperkt de gebruiksmogelijkheden. Als dubbelfunctie kan gedacht worden aan periodieke evenementen (festivals, concerten) of specifieke zomeractiviteiten (kamperen). Deze seizoensbergingen kunnen in droge periodes ook als speelruimte gebruikt worden.
Gecontroleerde overstromingsgebieden
Ter hoogte van beken en rivieren worden in Vlaanderen gecontroleerde overstromingsgebieden aangelegd. Dit is ook een vorm van seizoensberging. Een gecontroleerd overstromingsgebied is een ruimte die naast de rivier wordt afgebakend met een dijk. Het dient als waterbuffer bij extreme weersomstandigheden. Bij hoge waterstanden in de rivier kan het water over de overloopdijk stromen. De ringdijk beschermt achterliggende woonkernen tegen wateroverlast. Zo ontstaat langs de rivier een gecontroleerd overstromingsgebied dat een grote hoeveelheid water kan bergen. Daardoor daalt het waterpeil van de rivier en vermindert de druk op de dijken.
Zodra het water in de rivier voldoende gezakt is, loopt het overstromingsgebied leeg. Meestal loopt een overstromingsgebied maar af en toe onder water. De rest van het jaar kan het een andere functie hebben, zoals grasland voor vee of waardevol natuurgebied.
(bron: Sigmaplan.be)
Toegepast in deze projecten