Alle maatregelen

Laat je inspireren door de maatregelen om Vlaanderen groen en blauw in te richten. Ga op een slimmere manier om met water.

Filters

Filter op

wis filters

Thema

Waar

Bovengrondse ruimte

Infiltratiecapaciteit

Grondwaterstand

Maaiveld

Situatie

Favorieten
Favorieten

Klik op het hartje bij een maatregel om 'm te bewaren.

Extensief grasland

© Victor Dammekens
© Victor Dammekens
© Victor Dammekens

Extensief betekent dat er weinig/minder frequent onderhoud aan te pas komt. Intensief daarentegen wil zeggen dat er juist meer/frequenter onderhouden wordt. Zo onderscheiden extensieve graslanden zich van intensieve graslanden, zoals gazons, doordat ze slechts één tot drie maal per jaar gemaaid worden. Bloemenweides, halfnatuurlijke graslanden en ruigtes zijn extensieve graslanden die voor meer dan 50% uit kruidachtigen bestaan.

Bloemenweides zijn niet te verwarren met plantvakken (zie maatregel) die intensief onderhoud nodig hebben.

Effecten en voordelen

Voorkomen wateroverlast

Graslanden hebben een waterbergend vermogen en kunnen een buffer vormen tegen overstromingen in nabijgelegen gebieden.

Verdroging beperken

Doordat graslanden regenwater laten infiltreren, dragen ze bij aan het aanvullen van het grondwater en helpen ze zo verdroging te voorkomen. Ze kunnen gebruikt worden als infiltratiezone. De kruidlaag zorgt ervoor dat regenwater wordt vastgehouden en beschermt de bodem tegen uitdroging. Ook rivierbegeleidende ruigten zijn een zeer belangrijke (koolstof- en water-) buffer.

Beperken van hitte

Graslanden warmen minder op dan verharding, wat voor een (beperkt) verkoelend effect zorgt.

Biodiversiteit versterken

Kruidenrijke graslanden dragen meer bij aan de biodiversiteit dan homogene graslanden, ze houden de wilde flora en leefgemeenschappen van insecten, spinnen en weekdieren in stand. Ze bevatten een hoge diversiteit aan planten en voorzien (in)direct voedsel en leefgebied aan een groot aantal diersoorten (insecten en vogels enzovoort). Uiteraard hebben ook het type en de soorten kruiden die hierin voorkomen een invloed op de biodiversiteit.

Aanleg

Locatie: extensieve graslanden/bloemenweides liggen ideaal in de volle zon, op een voedselarme tot matig voedselrijke bodem. Een voedselrijke bodem zorgt voor minder bloemen en meer grassen. Als het de bedoeling is om het grasland recreatief te gebruiken, is een combinatie met wadi’s, infiltratiegrachten, bovengrondse buffers, … aangeraden om het water naar de voorziene lagergelegen gebieden af te leiden.

Soortkeuze: Waar van nature soortenrijk grasland of ruigte voorkomt, is het behoud ervan de eerste inspanning waard. Aangepast beheer en een voldoende grote oppervlakte ervan maakt ze spontaan weer soortenrijk mettertijd. Het is bij het inzaaien aangeraden meerjarige en inheemse soorten te gebruiken die zijn aangepast aan de lokale omstandigheden (zie Plantenlijsten Ecopdia) en aansluiten bij de van nature aanwezige vegetatie in de omgeving.

Aanpak:

Om een bestaand grasland bloemenrijker te maken past men eerst een verschralingsbeheer toe en zorgt men ervoor dat de ecologische processen, zoals waterhuishouding, in orde zijn. Hierbij wordt er één tot drie keer per jaar gemaaid, waarna het maaisel wordt afgevoerd. Dit bevordert de vestiging van soorten uit de zaadbank of die er op natuurlijke wijze terechtkomen.

Indien een aangepast beheer niet werkt dan kan het inzaaien met streek- en bodem-eigen zaden een oplossing bieden. Bij inzaaien kan best een mengsel gekozen worden dat geschikt is voor de standplaats (bodemtype en waterhuishouding), maar ook met het natuurlijk voorkomen ervan in Vlaanderen. Dit kan door hooi met zaad van de gewenste kruiden te verspreiden over het gebied, en dit vervolgens weer te verwijderen nadat de zaden er zijn uitgevallen. Ook het handmatig inbrengen van naburige zaadbronnen brengt oplossingen.

In een bebouwde omgeving kan inzaaien bevorderlijk of nodig zijn, omdat zaden er niet meer geraken of dat de verspreiding minder vlot gaat dan in open gebieden. Het aanplanten van (maai-bestendige) inheemse en standplaatsgeschikte vaste planten en bloembollen is ook een (duurdere) optie, al dan niet in combinatie met inzaaien.

Stappen inzaaien:

  1. Verwijderen van graszoden om een open bodem te bekomen. Een bijkomend voordeel hiervan is dat de bovenste, meest voedselrijke, laag verwijderd wordt, wat een directe winst is voor het verschralingsproces.
  2. Vals zaaibed aanleggen: losmaken bovenste laag, effen leggen en twee keer 2 à 3 weken laten liggen.
  3. Een mengsel van meerjarige soorten kiezen, eventueel aangevuld met 10-20% één- en/of tweejarigen. De zaaidichtheid ligt meestal tussen 1 tot 2,5 g/m2.

Periode inzaaien: in het najaar, maar kan ook in het voorjaar tijdens een periode met voldoende neerslag.

Meer info: Biodivers Zorggroen

Beheer

Hou rekening met volgende zaken bij het behouden en/of ontwikkelen van een extensief (kruidenrijk) grasland:

  • Niet bemesten en niet met pesticiden behandelen.
  • Voorkom bodemschade door compactie en insporing. Om dit te vermijden is handmatig werken en aangepast materieel met brede (dubbel)banden of rupsen aangeraden.
  • Afhankelijk van de voedselrijkdom, één tot drie keer per jaar maaien. Het maaitijdstip valt nadat de gewenste soorten zaad hebben geproduceerd. Vaak wordt om deze reden begin juli en begin oktober gemaaid.
  • Gefaseerd maaien is zeer belangrijk. Dit is het niet gelijktijdig maaien van alle delen van het grasland. Dit zorgt ervoor dat er steeds leefgebied voor fauna overblijft. Richtinggevend wordt 10-30% bij elke maaibeurt overgeslaan, waarbij telkens een ander deel ongemaaid blijft.
  • Korter maaien dan 5 cm wordt afgeraden tenzij waar kiemplaatsen worden beoogd.
  • Het maaisel indien mogelijk 2 tot 10 dagen laten liggen zodat het zaad eraf kan vallen. Vervolgens afvoeren om de bodem voedselarmer en het grasland soortenrijker te maken.
  • Aan de zijkanten van paden en wegen kunnen “netheidsboorden” gemaaid worden. Op deze manier blijven de paden en wegen vrij van vegetatie.

Om de klimaatbestendigheid van graslanden te vergroten is het van belang om niet te maaien bij te natte omstandigheden of bij aanhoudende hitte. Daarnaast kunnen vroeglente- en laatmaaien ervoor zorgen dat graslanden minder de gevolgen dragen van weersextremen.

Op grotere (aaneengesloten) stukken grasland kan er gewerkt worden met begrazing. Hierbij is het van belang dat de graasdruk flexibel wordt aangepast in tijd en ruimte. Zo is het tijdens het zomerseizoen van belang dat soorten kunnen uitbloeien en zaad kunnen produceren.

Kosten

De kosten van het beheer hangen af van de intensiteit/frequentie, grootte van het grasland, de afvoermogelijkheden en verwerking van het maaisel, en de machines/materialen die gebruikt worden.

Meer info – algemeen:
Het Agentschap voor Natuur en Bos ontwikkelt een reeks technische vademecums ter ondersteuning van groenbeheerders. Deze vademecums kaderen allen in de beheervisie Harmonisch Park- en Groenbeheer.
Technisch vademecum: Grasland

 

Toegepast in deze projecten

×