Alle maatregelen

Laat je inspireren door de maatregelen om Vlaanderen groen en blauw in te richten. Ga op een slimmere manier om met water.

Filters

Filter op

wis filters

Thema

Waar

Bovengrondse ruimte

Infiltratiecapaciteit

Grondwaterstand

Maaiveld

Situatie

Favorieten
Favorieten

Klik op het hartje bij een maatregel om 'm te bewaren.

Buffering en vertraagde afvoer

© Aquafin

Als blijkt dat het niet of slechts gedeeltelijk haalbaar is om hemelwater ter plaatse te houden met infiltratie, dan kan (deels) gekozen worden voor een vertraagde afvoer.

De uitbouw van lokale buffering heeft als doel om het piekdebiet in het afwaartse watersysteem af te vlakken. Bij de uitbouw van zo’n buffering moet het bestaande grachtenstelsel maximaal gebruikt worden en is de verdere uitbouw van het grachtenstelsel in het projectgebied aangewezen.

Buffervolume

Als dat niet mogelijk is, kan er ook een buffervolume uitgebouwd worden. Een knijpconstructie vertraagt het water en houdt het op. Vervolgens wordt het buffervolume gevuld. Voor hevige buien is er een overstort voorzien naar het afwaartse stelsel.

In praktijk is gebleken dat het doorvoerdebiet van een buffering niet kleiner mag zijn dan 10 l/s voor het privaat domein en 20 l/s voor het openbaar domein om een goede werking en minimale verstopping en onderhoud te garanderen.

Berekeningen tonen aan dat het niet effectief is om buffering te bouwen voor kleine afvoerende oppervlakken. De buffering zal niet gevuld worden omdat er niet voldoende debiet kan worden afgeknepen. Voor kleine oppervlaktes zijn ontharding, hergebruik en infiltratie een betere oplossing.

Gebruik

Een buffersysteem staat in de regel leeg en wordt enkel bij grote buien gevuld. Het kan echter een keuze zijn om de buffer steeds gedeeltelijk vol te laten staan. De knijpconstructie moet dan hoger komen dan de bodem. Het water dat blijft staan, kan gebruikt worden, bijvoorbeeld als aftappunt voor landbouwers in de zomer. Dit volume kan dan uiteraard niet ingerekend worden als beschikbaar buffervolume aangezien het verondersteld wordt vol te staan.

Een buffer kan bovengronds of ondergronds gebouwd worden. De bovengrondse buffers worden voornamelijk besproken in de maatregel Bovengrondse buffer en natuurvriendelijke oevers. Als er voldoende ruimte is, wordt steeds bovengrondse buffering geprefereerd aangezien inspectie en onderhoud van bovengrondse systemen beter uit te voeren is en goedkoper is dan inspectie van ondergrondse systemen. Enkel indien er geen ruimte is kan een ondergronds systeem overwogen worden.

Het verschil met een infiltratiebekken is dat de bodem en wand van de buffer geen water doorlaat. Door te werken met een bodem en randen in beton of kunststof, kan er geen grondwater in het bekken sijpelen en kan er geen water uit het bekken in de bodem infiltreren.

Er bestaan verschillende systemen voor een ondergrondse buffer: gedimensioneerde buizen, een betonnen kelder, kunststofsystemen,….

Het systeem kan ook gebruikt worden als het grondwater vervuild is of als het regenwater te vervuild is om te infiltreren. In stedelijke context waar afgewaterd wordt naar riolering of waterlopen, kan een buffer ook bij hoge grondwaterstanden nuttig zijn om wateroverlast te voorkomen.

Het heeft weinig zin om een buffer te gebruiken in plaats van een infiltratiesysteem omdat het grondwater te hoog staat voor infiltratie, als afgewaterd wordt naar een natuurlijk watersysteem. De ruimte die de buffer inneemt, is ruimte die niet door het grondwater kan ingenomen worden. Als er niet gecompenseerd wordt door op een andere plaats ruimte bij te creëren (bv. door afgraving), heeft het bouwen van de buffer dus een negatieve impact op de waterhuishouding. Door de hoge grondwaterstanden zal ook het afwaartse regenwaterstelsel hoge waterstanden vertonen. De buffer zal dan altijd gevuld worden met grondwater. Of, als er een terugslagklep voorzien wordt, is deze klep steeds dicht. De buffer heeft dus eenmaal gevuld, weinig zin.

Aandachtspunten

  1. Bij niet-waterdichte buffervoorzieningen moet erover gewaakt worden dat ze niet drainerend worden uitgevoerd.
  2. Om de bufferende werking van de aangelegde voorziening te behouden is het van belang om:
    • knijpconstructies te onderhouden;
    • de voorzieningen regelmatig te ruimen zodat het ontworpen volume maximaal beschikbaar blijft.
  3. In hellende gebieden kan enkel met een buffer gewerkt worden als deze voldoende vlak kan worden aangelegd bijvoorbeeld op een plein of in cascade systeem. Enkel het volume onder de overstortdrempel mag als nuttig volume meegeteld worden.

 

 

Toegepast in deze projecten

×