Alle maatregelen

Laat je inspireren door de maatregelen om Vlaanderen groen en blauw in te richten. Ga op een slimmere manier om met water.

Filters

Filter op

wis filters

Thema

Waar

Bovengrondse ruimte

Infiltratiecapaciteit

Grondwaterstand

Maaiveld

Situatie

Favorieten
Favorieten

Klik op het hartje bij een maatregel om 'm te bewaren.

Boomlaag

© Victor Dammekens
© Duizend Knopen Ontward
© Victor Dammekens
© Duizend Knopen Ontward
© Victor Dammekens

De boomlaag is de laag met houtige planten met één of meerdere duidelijke stammen die niet reeds van op de grond vertakken. Deze kan uit verschillende vormen bestaan:

  • Solitaire boom: alleenstaande boom die geen directe relatie heeft met andere bomen.
  • Boomstructuur: een structuur bestaande uit meerdere bomen (vaak een bomenrij of bomengroep) die een duidelijke samenhang hebben.
  • Bosstructuur: een groenstructuur van minstens 10 op 10 meter groot op een onverharde, natuurlijke bodem die voornamelijk uit bomen (en struiken) bestaat waarvan de boomkruinprojectie in volwassen toestand meer dan 50% van de bodem bedekt.

Bron: Bossen en boomstructuren in het (sub)urbane gebied (Departement Omgeving)

Effecten en voordelen

Voorkomen wateroverlast

Bomen spelen een cruciale rol in het beheren en verminderen van wateroverlast in de bebouwde omgeving.

  • Bomen zorgen voor een vertraagde waterafvoer doordat het bladerdak de snelheid waarmee regenwater de grond bereikt vertraagt, wat de directe stroom naar het grondoppervlak vermindert.
  • Bomen verdampen water via hun bladeren en transpireren water uit de grond, waardoor  de hoeveelheid water die afwateringssystemen bereikt, vermindert.
  • Bomen verbeteren de structuur van de bodem, waardoor regenwater efficiënter de grond in kan sijpelen en het grondwater aangevuld kan worden.
  • De wortels van bomen stabiliseren de grond en voorkomen bodemerosie, waardoor sedimenten uit waterwegen beperkt worden.

Verdroging beperken

Bomen helpen verdroging in de bebouwde omgeving te beperken door:

  • Schaduw te bieden en de temperatuur te verlagen, wat zorgt voor minder verdamping van de bodem.
  • Bomen verdampen water waardoor de luchtvochtigheid stijgt en verdroging beperkt wordt. Sommige bomen onttrekken meer water uit de grond dan andere. Het is dus cruciaal om de boomsoortkeuze af te stemmen op het grondwater.
  • Wortels van bomen maken de bodem poreuzer, waardoor meer ruimte of capaciteit ontstaat voor wateropslag. Daarnaast bevatten bosbodems een strooisel- en humuslaag die het water vasthouden.
  • De wortels van bomen stabiliseren de bodem, waardoor de structuur en het vochtgehalte behouden blijven en bodemerosie tegen wordt gegaan.

Beperken van hitte

Bomen hebben een verkoelend effect. Ze zorgen voor schaduw, waardoor er minder zon op het (verharde) oppervlak terechtkomt. De warmte wordt zo geabsorbeerd door de bladeren en wordt afgegeven aan de omgeving via verdamping. Op deze manier bufferen bomen op een effectieve en natuurlijke manier temperatuurextremen. Onder een boom kan het op warme dagen tot 15 graden koeler zijn dan in de volle zon.

Als bomen langs waterlopen of andere bovengrondse waterlichamen geplant worden, beperkt de schaduw van hun kronen de opwarming van deze waterlichamen, wat voor bijkomende verkoeling kan zorgen.

Biodiversiteit versterken

Bomen voorzien voedsel, nestgelegenheid en/of geschikte leefomstandigheden voor verschillende dier- en plantensoorten. Bloeiende en vruchtdragende bomen leveren nectar, stuifmeel, zaden en vruchten.

Oude en inheemse bomen hebben vaak de grootste natuurwaarde. Dit komt doordat inheemse soorten (insecten, vogels, dieren) hun voedsel en nestgelegenheid al eeuwenlang hoofdzakelijk in inheemse boomsoorten terugvinden (cf. geassocieerde biodiversiteit, co-evolutie, …).

Daarnaast is het belangrijk om een grote variatie aan boomsoorten en -structuren in de bebouwde omgeving te voorzien. Zo ontstaat een grote verscheidenheid aan habitats die voor verschillende soorten interessant zijn. Een variatie van boomsoorten en onderbeplanting vermindert uitval door plagen en ziektes en zorgt voor een grotere veerkracht na droogte.

Dood hout, afgevallen bladeren en plantenresten zijn ook een bron van voedsel en zorgen voor nestgelegenheid voor verschillende dier-, plantensoorten en paddenstoelen. Het is dus van belang dood hout te laten liggen of laten staan. Bij het laten staan van dode rechtopstaande stammen is het van belang voldoende veiligheidsmaatregelen te nemen.

© Duizend Knopen Ontward

Gezondheidsvoordelen

Onderzoek heeft aangetoond dat bomen een positieve invloed hebben op:

  • Veiligheid:
    • Automobilisten rijden trager langs bomen. Bij de aanplant van bomen vlakbij wegen dient men steeds de verkeersveiligheid in acht te nemen.
    • De aanwezigheid van bomen zorgt voor minder criminaliteit.
  • Mentale gezondheid:
    • Bomen verlagen het stressniveau.
    • De aanwezigheid van bomen verhoogt het gezondheidsgevoel.
    • Uitzicht op bomen (zichtgroen) verbetert de mentale gezondheid.
    • Bomen maskeren omgevingsgeluid.
  • Fysieke gezondheid:
    • Tijd doorbrengen in bossen kan het immuunsysteem versterken.
    • De aanwezigheid van stadsbomen zorgt ervoor dat mensen meer bewegen.
    • Bomen hebben een luchtzuiverend vermogen, ze vangen fijnstof en schadelijke gassen op.
  • Sociale gezondheid: De aanwezigheid van bomen zorgt voor groene, schaduwrijke ontmoetingsplaatsen.

Aanleg

Voor een goede ontwikkeling van de boom moet er zowel op de bodem als ondergronds voldoende ruimte zijn. Het is belangrijk om de juiste boom te kiezen, afhankelijk van de beschikbare (ondergrondse) oppervlakte. Bij de soortkeuze moet men ook rekening houden met de bodemtextuur, grondwaterstand en het gewenste eindbeeld. Op deze manier kan de boom zo maximaal mogelijk zijn natuurlijke levensverwachting en vorm bereiken zonder last te hebben van ziektes, plagen en stress. Hierdoor zal ook het nodige onderhoud verminderen.

Met oog op de snelheid van de klimaatsverandering is het aangewezen om naast soorten uit onze regio (autochtone soorten), ook Europese bomen met een meer zuidelijke herkomst aan te planten (neo-inheemse soorten).

De plantperiode van bomen valt van half november tot februari. Het wordt afgeraden te planten tijdens sneeuw, vorst, natte periodes en periodes met een temperatuur boven 15°C.
In deze video wordt uitgelegd wat de aandachtspunten zijn bij het aanplanten van bomen.

Bij de bodemvoorbereiding en aanplant is het van belang om volgende zaken in gedachten te houden:

  • Vermijd sterke compactie/samendrukking van de bodem door niet met zware machines op de plantplaatsen te rijden.
  • Door de afwatering van verharde oppervlaktes aan te sluiten op de groeiplaats van bomen wordt het watersysteem klimaatrobuuster. De boom krijgt voldoende water en er is minder kans op wateroverlast. Dit zorgt dus voor een betere ontwikkeling van de boom, een aanvulling van de grondwatertafel en een verminderde hemelwaterafvoer naar een afwaarts systeem. Belangrijk hierbij is dat er voldoende infiltratiemogelijkheden zijn, anders zal de boom tijdens periodes met veel neerslag te nat staan.
  • Bij een bosstructuur worden de bomen in groepen van minstens 30 stuks van dezelfde soort geplant en gemengd met groepen van andere soorten.
  • Indien er boombanden worden gebruikt om de boom te verstevigen, dienen deze tijdig verwijderd te worden, anders kunnen deze in de stam groeien. Door jutte boombanden te gebruiken wordt dit risico vermeden.

Als er ondergronds onvoldoende (geschikte) groeiruimte beschikbaar is door bijvoorbeeld rioleringen, leidingen en/of verharding, kunnen verschillende systemen zorgen voor meer bewortelbare ruimte. Zo kan er gekozen worden voor het gebruik van bomenzand of het aanleggen van ondergrondse groeiplaatsconstructies.

Bomengranulaat of bomenzand
Bij bomengranulaat wordt in plaats van een standaard onderfundering, een granulaat gebruikt als draagmateriaal, bijvoorbeeld gebroken puin, gemengd met vruchtbare kleigrond en voorzien van voedingsstoffen en beluchtingskokers.
Bomenzand is een mengsel van eentoppig zand met enkele procenten organische stof en klei. Met dit mengsel kan een compromis gevonden worden tussen een goed substraat voor de boom om in te wortelen en voldoende draagkracht voor bestrating. Bomenzand kan gebruikt worden als er geen mogelijkheid is om ondergrondse groeiplaatsconstructies te maken.

Ondergrondse groeiplaatsconstructies
Dit zijn alle bouwkundige voorzieningen die dienen om zware bovengrondse belastingen op te vangen, zonder verdichting van het doorwortelbare bodemvolume van de boom. Deze zijn meestal duur bij aanleg, maar op lange termijn worden kosten om standplaatsproblemen aan te pakken vermeden. Voorbeelden zijn boombunkers en het Stockholm bomenprincipe.

Stockholm boomprincipe

Beheer

De eerste jaren na aanplant hebben bomen regelmatig water nodig, zeker in droge periodes.

Snoeien is meestal niet noodzakelijk voor de boom zelf. Snoeiwerken kunnen nodig zijn om een bepaald eindbeeld te bekomen en om de doorgang en veiligheid te behouden. Kleinere snoeiwerken (maximaal 20% van de levende takken snoeien) worden idealiter in de zomer uitgevoerd terwijl grotere snoeiwerken (kandelaren, knotten, …) in de winter worden uitgevoerd. Niet alle boomsoorten hebben hetzelfde snoeitijdstip.

Het beheer van bomen vereist gespecialiseerde kennis, daarom is het aangeraden het personeel van de nodige opleiding te voorzien, aangepast aan hun taak binnen het bomenbeheer.

Kosten

Boomkwekerijen verkopen plantgoed in verschillende vormen en maten. Het resultaat na een aanplant met grotere, en daardoor duurdere, boommaten oogt vaak indrukwekkender en men veronderstelt sneller tot het gewenste eindbeeld te komen. Dit klopt enkel indien de aanplant succesvol verloopt en uitval vermeden wordt, maar dat is niet evident bij grote boommaten.

Bij de verplanting van de boomkwekerij naar de plaats van aanplant, ervaren bomen een plantshock. Door een plantshock stopt de groei van de boom tijdelijk. Bij groter plantgoed is de plantshock, en periode zonder groei, vaak veel groter. Daardoor hebben grotere boommaten de jaren na aanplant tijdens droge periodes erg veel water nodig en is de kans dat de boom afsterft en uitvalt groter. Kleiner plantgoed daarentegen heeft een kleinere plantshock.

De aanplant en eerste jaren van zorg hebben een exponentiële invloed op het eindbeeld en de uitval. Een hoger rendement uit het planten van bomen halen kan, door het aanplanten en beheren van duurzame bomen. Hiermee worden bomen bedoeld die minstens 120 jaar oud kunnen worden, voldoende boven- en ondergrondse ruimte krijgen om te groeien, een beschermde status en lage onderhoudskosten hebben.

Bron: studie ‘Duurzame bomen in stedelijk milieu, rendement en kostprijs’(januari 2017) en thegreencity.eu/investeren-in-bomen-creeert-impact-en-spaart-geld

Meer info – algemeen:
Het Agentschap voor Natuur en Bos ontwikkelt een reeks technische vademecums ter ondersteuning van groenbeheerders. Deze vademecums kaderen allen in de beheervisie Harmonisch Park- en Groenbeheer.
Technisch vademecum: Bomen

Meer info over bomen in steden en dorpen is terug te vinden in het Boomloket.

In deze soortentabel van de Universiteit van Wageningen is de positieve bijdrage van ruim 100 boomsoorten aan klimaat, waterhuishouding, luchtkwaliteit en biodiversiteit in de stad in beeld gebracht.

 

Toegepast in deze projecten

×