Plant een boom
© Amar Sjauw En Wa - Windhorst
Bomen zijn onmisbaar in een tuin. Ze zijn beeldbepalend, geven privacy en zorgen voor een fijne atmosfeer, met schaduw en zonnige plekken.
Bomen zorgen voor bescherming tegen weersinvloeden door sterke (koude) wind te breken en in de zomer is het prettig vertoeven in de koele schaduw onder de boom.
Voor iedere tuin en grondsoort is een geschikte, kleinere boom te vinden met prachtige bloesems, vruchten of herfstkleuren. Ze voorzien dieren in de omgeving van de nodige bessen, nootjes en ander voedsel. De afgevallen bladeren vormen de basis van een gezonde bladcompost en vormen schuilplaatsen voor egels en andere nuttige tuindieren. Daarnaast zorgen ze door verdamping voor afkoeling in tuinen en buurten, absorberen ze stof, zuiveren ze de lucht en dragen ze bij aan het verminderen van de grondwateroverlast.
Juiste boom op de juiste plek
Onderschat de groeikracht van een boom niet. Zorg voor een boom die oud kan worden in een kleine voor- of achtertuin, zonder te veel ingrepen, of een boom die goed kan worden gesnoeid zoals een parasolplataan, linde of bolacacia. Kies soorten die goed bestand zijn tegen periodes van wateroverlast maar ook droogte verdragen. Bomen die deze combi aankunnen worden vaak klimaatbomen genoemd. Enkele soorten die geschikt zijn indien er voldoende ruimte is: amberboom, eik, els, es, acacia, haagbeuk of linde. Neem een variëteit die niet te groot wordt voor de particuliere tuin of kies een in vorm gesnoeid exemplaar.
- Zoek een boom uit die bij de grootte van je tuin past. Voor de meeste tuinen is dat een kleine ( 6-10 m hoog) tot middelgrote boom ( 10-15 m hoog).
- Bomen zijn blikvangers, de keuze voor een type boom heeft invloed op de verdere inrichting van de tuin (denk maar aan de schaduw die een boom geeft).
- Meerstammige bomen worden minder hoog maar wel breder.
- Bomen houden niet van verharding op hun wortels. Zet ze dus in een plantvak met voldoende afstand tot de gevel en het terras.
- Snoei dood hout en schurende takken.
Bepaal van te voren welke functie de boom heeft in je tuin
-
- Sierwaarde
- Bloesem, zaaddozen, herfstkleur o.a Koelreuteria paniculata (Chinese vernisboom), Malus ‘Red Sentinel’(sierappel), Liquidambar styracyflua ‘Worplesdon’( amberboom).
- Eetbaar
- Vruchten o.a. Malus communis ‘Elstar’ (appelboom), Mespilus germanica (Mispel), Pyrus communis ‘Conference’ (perenboom), Morus alba (witte moerbei), Cornus mas (gele kornoelje), Cornus kousa (Japanse kornoelje).
- Bescherming tegen de hitte
- Veel schaduw bij dicht bladerdek o.a. goed te snoeien vormbomen: Catalpa (trompetboom), Platanus acerifolia (dakplataan),
- Minder schaduw bij open kroon o.a. Gymnocladus dioica (doodsbeenderenboom). Betula utilis ‘Doorenbos’ (Himalayaberk).
- Bescherming tegen inkijk
- Leiboom o.a. Quercus ilex (steeneik) leivorm, Pyrus calleryana ‘Chanticleer’(sierpeer) leivorm, Carpinus betulus (haagbeuk) leivorm, Tilia (linde).
Let op de grondsoort
- Na het planten geef je de boom voldoende water. Zeker het eerste jaar. Ook tijdens hele droge zomers kan water geven soms nodig zijn, maar in principe niet.
- Let bij de keuze van je boom ook op de standplaats, als je tuin erg nat of droog is hoort daar een specifiek type boom bij.
- Wordt de boom te groot, verdiep je dan in snoeitechnieken, of vraag raad aan een expert bij een tuincentrum of een hovenier. Geef zoveel mogelijk informatie over je tuin (omvang, grondsoort, grondwaterstand, bezonning) als je overlegt met de medewerker van het tuincentrum over de beste keuze voor een boom voor je tuin.
Zo doe je dat!
© atelier GROENBLAUW
1. Graaf een ruim plantgat
Graaf een gat van anderhalf tot
tweemaal de breedte en diepte van de
kluit. Spit de bodem van het plantgat
goed om.
© atelier GROENBLAUW
2. Verbeter de grond
Meng 40 liter compost of
bodemverbeteraar door de uitgegraven
grond. In zware kleigrond meng je ook
wat fijn grind of grof zand. Leg een dikke
laag terug in het plantgat.
© atelier GROENBLAUW
3. Bescherm de wortels
Zorg ervoor dat de wortels niet
uitdrogen. Dek ze af tijdens het spitten
en dompel ze onder in water net voor
het planten.
© atelier GROENBLAUW
4. Plaats de boom
Zet de boom op de juiste hoogte dat is
dezelfde hoogte als hij op de kwekerij
stond. Gaas en jute NIET verwijderen.
© atelier GROENBLAUW
5. Grond terug scheppen
Vul het gat met 1/3 van de grond met
compost terug, druk aan met de voet, zet
boom recht en vul verder aan.
© atelier GROENBLAUW
6. Boompaal plaatsen
Begin met een paal op de windkant,
meestal het Zuid-Westen. Voor de helft
in de grond slaan zodat de bomen op
kniehoogte vast zitten. De boomband
in een acht aanbrengen op circa 5 cm
beneden de kop van de paal. De palen na
2 groeiseizoenen verwijderen.
Infoblad 'Plant een boom'
moeilijkheid
vrij makkelijk
onderhoud
zeer weinig onderhoud
Tips
- Wordt de boom te groot verdiep je in snoeitechniek, of vraag een expert bij een tuincentrum of een hovenier. Geef zoveel mogelijk informatie over de tuin (omvang, grondsoort, grondwaterstand, bezonning) als je overlegt met de medewerker van het tuincentrum over de beste keuze voor een boom voor je tuin.